“Bij Avans doen we het samen, iedereen doet mee”

De wereld verandert en Avans ontwikkelt mee. Zo wordt flexibiliteit op de arbeidsmarkt steeds belangrijker en willen studenten steeds meer keuzevrijheid. Met de Ambitie 2025 anticipeert Avans op deze ontwikkelingen: in dat jaar moet ons onderwijs écht flexibel zijn, passend bij de wereld van morgen. Zodat studenten beter dan ooit zijn voorbereid op de toekomst. Maar wat maakt de manier waarop we die ambitie willen realiseren zo bijzonder? We vragen het Philippe Raets, sinds september 2021 voorzitter van het College van Bestuur (CvB), en Gerdinand Bosch. Naast Chief Information Officer (CIO) is Gerdinand voorzitter van het transitieteam van de Ambitie 2025. “Studenten moeten de regie krijgen over hun eigen leerproces.”

“Ik heb in mijn loopbaan verschillende transities mogen leiden”, vertelt Philippe. “Bij Avans viel me direct het uitgebreide voortraject op. Veel transities starten vanuit klassiek leiderschap: het CvB vindt wat, loopt als Mozes met de tafels van de berg en zegt: ‘Dit moet het worden, en nu mag het democratische proces beginnen.’ De Ambitie 2025 is in de steigers gezet voordat ik hier begon, maar ik heb sterk de indruk dat het bij ons in de juiste volgorde ging: eerst zijn er veel gesprekken gevoerd en op basis dáárvan is de ambitie tot stand gekomen. We hebben dus een stevig fundament.”

Was de ambitie ook reden voor jou om hier aan de slag te gaan?

Philippe: “Het korte antwoord: ja! Toen ik voor het eerst op het podium stond bij Avans, zei ik meteen dat de ambitie van A tot Z klopt. Mijn handtekening staat daar met vette letters onder. We spelen namelijk perfect in op wat er nu speelt in de maatschappij. Dit is precies wat studenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties van ons verwachten. De ambitie zorgt ervoor dat we relevant blijven en is dus spot on. Toen ik mijn eerste gesprekken met Avans voorbereidde, was ik al onder de indruk van de ambitie. Maar toen vroeg ik me af: hebben ze alleen hun communicatie goed op orde of menen ze het echt? Ik kan nu volmondig zeggen dat dat laatste het geval is.”

Gerdinand: “De kracht van de ambitie is inderdaad dat we aansluiten op het huidige tijdsgewricht: studenten willen steeds meer regie en volwassenen willen een leven lang blijven leren. Daarnaast is de ambitie een kapstok om met elkaar in gesprek te blijven; het helpt ons om betekenis te geven aan waar het de komende jaren in het onderwijs over moet gaan.”

Avans was in de laatste 12 jaar 10 keer de beste grote hogeschool in de Keuzegids hbo, waaronder de laatste keer. Waarom dan deze ambitie?

Philippe: “Eigenlijk zijn we heel contra-intuïtief bezig. We staan al jaren op 1. Je zou denken: ‘Die positie moeten we behouden.’ Voordat je het weet, leidt die gedachte tot gemakzucht. Wij doen het omgekeerde: we staan op 1 en toch gaan we de tent weer in beweging brengen en in een aantal opzichten op zijn kop zetten. Maar dat is juist de enige manier om succesvol te blijven.”

“Ons succes? We staan op nummer 1 en toch brengen we de tent in beweging.”

Phillipe Raets, Voorzitter College van Bestuur

In hoeverre is de ambitie van Avans eigenlijk uniek?

Philippe: “De thema’s van onze ambitie spelen ook bij anderen. Studenten zijn wie ze zijn en de maatschappij vraagt wat ze vraagt, dus het is niet zo dat wij het warme water hebben uitgevonden. Maar wij doen het met volle overgave. Onze ambitie is met veel middelen belegd en iedereen binnen de organisatie krijgt ermee te maken.”

Gerdinand: “Je hebt een strategie, en de middelen om die strategie waar te maken. Die combinatie moet kloppen. Anders gezegd: de strategie en executie moeten bij elkaar passen. Dat is bij ons het geval. En waar dat niet zo is, zorgen we ervoor dat het alsnog past. Over anderen oordeel ik liever niet. Zij hebben te maken met een andere context. Wat voor ons werkt, werkt voor een andere organisatie misschien helemaal niet. Het zou arrogant zijn om te denken dat onze manier de enige manier is. Ik durf wél te stellen dat bij Avans de individuele agenda ondergeschikt is aan het collectief. We hebben elkaar nodig, dat beseffen we allemaal. Ik zeg niet dat we daarin uniek zijn, maar vanuit mijn speelveld als CIO zie ik nog vaak versplintering. Bijvoorbeeld op het gebied van ICT en de aansturing van functionele eenheden. Bij Avans zijn we steeds beter in staat om die gezamenlijke agenda als uitgangspunt te nemen.”

En sinds zijn komst naar Avans valt Philippe nog iets op: “Hoe serieus we de ambitie nemen. Soms is de hele straat geplaveid met dure woorden en symbolen, maar blijft er weinig overeind achter het hekje. Dan blijkt er bijvoorbeeld nauwelijks leiderschap te zijn, of heel plat: ontbreken de middelen om de ambitie waar te maken. Dat is bij Avans absoluut niet het geval.”

“Er is bovendien een ontzettend sterke intrinsieke motivatie. Ik merk dat onze professionals écht bezig zijn met het primaire proces: het verbeteren van onderwijs.” En dat is niet vanzelfsprekend, benadrukt hij: “In andere organisaties ging het bij transities al snel over de randvoorwaarden: ‘De computers doen het niet goed en de lokalen deugen niet, laat het CvB dáár eerst iets aan doen.’ Bij Avans is the heart of the matter altijd het uitgangspunt. Hoe kunnen we het beter doen? Wat vraagt de buitenwereld? We zoeken niet naar excuses, we willen vooruit. Ik signaleer ook het bewustzijn dat we het niet voor onszelf, maar voor de ander doen. De student staat centraal. Ook de bedrijven en maatschappelijke organisaties voor wie we relevant willen en moeten zijn, hebben we permanent op het netvlies.”

“Die enorme persoonlijke betrokkenheid zie ik ook”, beaamt Gerdinand. “Van de facilitaire medewerker tot de docent. Vanuit die houding is er altijd bereidheid om er samen uit te komen. En natuurlijk: weerstand en verschillende uitgangspunten horen er soms ook bij, maar aan het einde van de dag zetten we altijd gezamenlijke stappen. Omdat iedereen zich realiseert waar we het voor doen. Elke keer weer merk ik dat mensen over schaduwen heen stappen. Dat is heel mooi om te zien.”

“Verschillende uitgangspunten horen erbij, maar uiteindelijk zetten we altijd gezamenlijke stappen.“

Gerdinand Bosch, Voorzitter transitieteam Ambitie 2025

Draagvlak en intrinsieke motivatie spelen een belangrijke rol.

Philippe: “Precies, en er is nog iets: het zit in onze genen om vroegtijdig aan de slag te gaan en discussies breed te voeren. Er zijn nu al collega’s die beginnen over de periode na 2025. Zeer terecht natuurlijk, en er is ook niemand die dan zegt: ‘Ach, dat komt allemaal wel goed’. Door op tijd te beginnen, kunnen we ook goed de tijd némen. Dat geldt ook voor de Ambitie 2025.”

Gerdinand: “Philippe benoemt een aantal voorwaarden om samen aan de slag te gaan, en van elkaar te leren. Die lerende aanpak is heel belangrijk. Voordat je grootschalig kunt vernieuwen, moet je op kleine schaal experimenteren. Dat doen we met nieuwe onderwijsvormen, waarmee we ons kwetsbaar opstellen. Tijdens de Onderwijsconferentie in januari hebben de collega’s die betrokken waren bij die experimenten hun successen én uitdagingen in een open sfeer gedeeld. De Academie voor Deeltijd loopt daarin voorop en geeft het goede voorbeeld. Daar leren anderen van. We doen het dus echt samen.”

“Dat vraagt ook om een structuur die daarbij past. We willen geen afgezonderde transitieorganisatie zijn, die haar eigen kindje opvoedt. Nee, de organisatie zélf is in transitie. Ook dat is een belangrijke pijler onder onze werkwijze. Om de verbinding tussen de academies, diensten en het transitieteam te versterken, hebben we de manier van samenwerken onlangs nog vernieuwd.”

Leeft de ambitie voldoende binnen de organisatie?

Philippe: “De ambitie is all over the place. Dat is ook niet vreemd: we raken het hart van het werk. Ik heb echt het gevoel dat het leeft. Dat is niet altijd zo bij een transitie, weet ik uit ervaring. Dan vroeg ik naar de stand van zaken en werd ik bij wijze van spreken naar een hoekje op de tweede etage gestuurd, waar het gebeurde. Bij Avans doet iedereen mee. Het is een golf die iedereen raakt.”

Gerdinand: “Studenten krijgen misschien nog niet zo veel mee van de ambitie, omdat we het onderwijs nu volop aan het ontwikkelen zijn. Wel profiteren ze al van de digitale stappen die we zetten. Denk aan blended learning, de combinatie tussen fysiek en digitaal onderwijs. Daar leren we steeds meer over. Docenten hebben daar natuurlijk ook mee te maken, en zijn daarnaast uiteraard volop betrokken bij de ontwikkeling van het onderwijs.”

“Experimenteren is daarbij heel belangrijk: soms valt het kwartje pas als je ergens mee aan de slag gaat. Dan komt de ambitie echt tot leven. Steeds meer mensen gaan beseffen: ‘Ah, dus dit betekent de ambitie voor mij persoonlijk en dit betekent het voor Avans’. Voor de ene collega is flexibel onderwijs nog heel abstract. Een andere is al volop bezig met AvansEduplatform, waarop docenten hun onderwijs ontwikkelen en aanbieden. Dan wordt het ineens heel concreet. Als die 2 collega’s met elkaar in gesprek gaan, dringt het besef vaak door. Vroeg of laat krijgt iederéén in de organisatie te maken met de ambitie. We zitten midden in dat bewustwordingsproces.”

“Ik heb echt het gevoel dat de ambitie leeft binnen Avans.“

Philippe Raets, Voorzitter College van Bestuur

De afgelopen periode waren die ontmoetingen op de werkvloer nauwelijks mogelijk. Corona was de ultieme test op het gebied van wendbaarheid en veerkracht. Zijn we geslaagd?

Gerdinand: “Absoluut! Op alle niveaus heb ik de bereidheid gezien om vanzelfsprekendheden los te laten en te zeggen: ‘We weten het even niet, maar we gaan onderzoeken hoe we weer vooruit kunnen.’ Er komen ongetwijfeld nieuwe uitdagingen. Het gaat erom dat je zo goed mogelijk anticipeert op die veranderende omstandigheden.”

“Corona heeft ons allemaal in een digitale huls gestopt. Dat heeft zichtbaar gemaakt dat we de manier waarop we onderwijs geven én ondersteunen een stap verder moeten brengen. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat studenten altijd en overal kunnen studeren. Als we samen alle randvoorwaarden goed inrichten, blijft er veel meer tijd over voor het kernproces: leren. Dan doel ik natuurlijk op studenten, maar ook op docenten en de organisatie.”

Philippe: “Niets is fijner om elkaar regelmatig fysiek te treffen, zeker tijdens zo’n transitie. Anderzijds konden mensen juist nu snel de koppen bij elkaar steken. Als je voorheen op korte termijn iets wilde organiseren voor 20 mensen, had je gedoe met de agenda’s, de locatie en ga zo maar door. Nu gaan consultaties bijvoorbeeld veel makkelijker. Je hebt een idee, plant iets in via Teams en laat mensen inbellen. Zo weet je heel snel of het een goed idee is en kun je direct bijsturen als het nodig is. Het snel mobiliseren van mensen en die korte feedback loops, ik hoop dat we dat niet verliezen.”

Gerdinand: “Het chatten en videobellen stelt ons ook in staat om transparant te zijn, want digitaal kunnen we veel delen met elkaar. Die digitale vaardigheid en behendigheid houden we heel graag vast. En ik ben echt onder de indruk van wat ons is gelukt. We zijn bepaald niet stilgevallen. In het slechtste geval had je het onderwijs nog net overeind kunnen houden, maar we hebben veel meer bereikt dan dat. En dan komen we weer terug bij die enorme motivatie, bereidheid en betrokkenheid, terwijl veel mensen het echt zwaar hebben gehad.”

Als jullie een tussenbalans mogen opmaken, wat is dan de stand van zaken?

Philippe: “Wat we in 2021 wilden realiseren, hebben we gerealiseerd. En ook belangrijk: we hebben onze checks and balances (het controlemechanisme binnen de organisatie, red.) goed georganiseerd. Ik zit daarom met veel optimisme in de wedstrijd. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat het eenvoudig wordt. Van ons allemaal wordt het uiterste gevraagd. Dat we het in 1 klap goed gaan doen, is niet evident. Maar het gaat ons lukken.”

Gerdinand: “Ik sta daar helemaal achter. De randvoorwaarden zijn goed, we weten wat we van plan zijn en we gaan het gewoon doen. Het geeft ook veel vertrouwen dat we op schema liggen. Deze organisatie kan dit, daar ben ik van overtuigd.”

Wat zijn de belangrijkste lessen tot nu toe?

Philippe: “Het gaat om mensen. Die moeten het doen. Dat betekent: goed communiceren, de dialoog blijven opzoeken en samenwerken. Goed leiderschap is ook belangrijk.” Gerdinand: “Enorm belangrijk!”

Philippe: “Dus in het CvB moeten we die ambitie tot in de vezels voelen, er pal achter staan. Dat verwacht ik ook van elke directeur. En dat gebeurt gelukkig ook. Iedereen moet in de boot zitten, en ik voel dat dat zo is. Omdat we bij Avans allemaal van ons werk houden. Dan kun je ambitie vanuit intellectueel oogpunt ook zien als een prachtige uitdaging om met je professie aan de slag te gaan. Je kunt er zelf een fantastisch feestje van maken.”

Experimenteren is een wezenlijk onderdeel van dat feestje. En experimenteren betekent ook: fouten maken en daarvan leren. Hebben we onze neus al een keer flink gestoten?

Gerdinand: “Eerlijk gezegd heb ik niet meteen een concreet voorbeeld. We leren continu. Hoe we dingen aanpakken, bespreken we met elkaar. Op basis daarvan sturen we bij. We hebben bij wijze van spreken al 1.000 kleine foutjes gemaakt, maar door met elkaar in gesprek te blijven voorkom je die ene grote blunder. Dat is de truc.”

Philippe: “Wat ons helpt, is onze kwaliteitscultuur en ons kwaliteitsbeleid. Zoals in elke keuken valt er soms een bordje op de grond en mislukt er weleens een saus. Dat is niet erg, als je er maar van leert én er niks op het bordje van de klant terechtkomt.”

Waar zijn jullie het meest trots op?

Gerdinand: “Op alle collega’s die hun schouders onder de ambitie zetten, in een hele zware periode. Ik heb daar diep respect voor en vind het indrukwekkend. De organisatie is zó ongelooflijk betrokken en realiseert zulke mooie dingen. Ja, daar ben echt ik trots op.”

Philippe: “De rode draad van de Ambitie 2025 is voor mij: we durven! Ik heb organisaties geleid die van een onvoldoende naar een voldoende gingen, of van een voldoende naar goed. Maar stiekem is dat niet zo moeilijk. Wij proberen van goed naar excellent te gaan. Het laatste stukje naar de top van de berg, dat is de moeilijkste stap die er is. Of om de metafoor van de restaurants weer te gebruiken: er zijn tientallen restaurants met 1 ster, maar hoeveel hebben er 3? Dus dat we het lef hebben om die laatste stap te zetten… Ik ben daar zo trots op. Altijd beter willen, dat zit blijkbaar in ons dna.”